Blackjack

Blackjack

Blackjack is de casinoversie van het alom bekend spel ‘eenentwintigen’. Blackjack is een kaartspel, waarbij zowel de aanwezig spelers als ook de bank kaarten toebedeeld krijgen. Het doel is om te winnen van de bank. Dit is het geval als de speler meer punten heeft dan de bank, maar niet meer dan 21. De waarden van de kaarten bij Blackjack zijn als volgt: de boer, vrouw en koning zijn tien punten waard. De aas kan twee waarden aannemen, naar gelang van de speler. De aas kan zowel elf punten als één punt waard zijn. De rest van de kaarten hebben de waarde die op de kaart zelf staat. Zo is de drie dan ook drie punten waard en is de negen dan ook negen punten waard.

Bij aanvang van het spel zet de speler een bepaalde inzet in. Inzetten mag tot de croupier het teken geeft dat er niet meer ingezet mag worden. Hij zal dan ‘rien ne va plus’ uitspreken, wat zoveel betekent als ‘niet meer inzetten’. Het is ook mogelijk om als buitenstaander met iemand mee te spelen. Deze legt zijn inzet dan achter de inzet van de speler zelf. Wint de speler, dan krijgt de tweede speler zijn inzet als winst. Maar als de speler verliest dan is de tweede speler zijn inzet ook kwijt. Bij aanvang van het spel krijgen alle spelers twee kaarten. De bank begint met één kaart. De croupier zegt per speler het aantal punten dat deze heeft en vraagt vervolgens of de speler wil ‘kopen’ of ‘passen’. Als de speler een lage waarde heeft kan deze om een extra kaart vragen, wat ‘kopen’ wordt genoemd. Als met de extra kaart de speler meer dan 21 punten verzameld heeft hij verloren en is hij zijn inzet kwijt. Als de speler denkt dat hij genoeg punten heeft om van de bank te winnen dan kan hij ‘passen’. Als elke speler aan de beurt is geweest dan zal de bank gaan spelen. De bank is verplicht om door te spelen totdat hij minimaal 17 punten heeft. Als de bank 17 of meer punten heeft dan is hij verplicht om te passen.

Welke situaties leiden tot welk resultaat? Als de speler bij aanvang twee kaarten ontvangt die gezamenlijk 21 punten opleveren dan heeft de speler een ‘Blackjack’. In dit geval heeft hij automatisch 1,5 keer zijn inzet aan winst gewonnen. Indien de bank ook ‘Blackjack’ heeft, dan blijft de inzet van de speler staan. Als de speler minder dan 21 punten heeft, maar uiteindelijk wel meer punten dan de bank dan wint de speler één keer zijn inzet terug. Als de speler en de bank beiden hetzelfde aantal punten hebben dan is het spel onbeslist en zal de inzet van de speler blijven staan. Als de speler meer dan 21 punten verzameld dan is hij ‘kapot’ en wint de bank automatisch zijn inzet. Als de bank meer dan 21 punten verzameld dan is de bank ‘kapot’, waardoor alle spelers (die nog meedoen in het spel) één keer hun inzet als winst ontvangen.

Er zijn nog een aantal uitzonderingssituaties. Als een speler bij aanvang twee dezelfde kaarten ontvangt dan mag hij deze ‘splitsen’. Dit houdt in dat de twee kaarten naast elkaar worden gelegd en dat er bij elke kaart een extra kaart wordt gelegd. De speler dient dan voor het tweede setje kaarten een inzet bij te leggen. Als een speler twee kaarten krijgt die een waarde hebben van negen, tien of elf punten dan kan hij besluiten om te verdubbelen. Hij legt dan nog een inzet bij en krijgt dan nog slechts één kaart. Als hij daarmee vervolgens wint wordt zijn winst verdubbeld. Als een speler drie kaarten krijgt die dezelfde waarde hebben dan ontvangt de speler een bonus. En in het geval dat de bank als eerste kaart een aas krijgt dan heeft de speler de mogelijkheid om zich te verzekeren tegen ‘Blackjack’ van de bank. Hij betaalt dan een kleine ‘verzekeringspremie’, waardoor hij minder verlies lijdt als de bank ‘Blackjack’ heeft dan dat het geval zou zijn als hij zich niet zou verzekeren.